Wanneer kun je jonge aardappelen rooien als voedsel?

Zomerbewoners beginnen eind augustus of in september aardappelen te graven voor opslag. De exacte timing wordt bepaald door de kenmerken van het ras en het weer in het huidige seizoen. Maar de oogst van vroege aardappelen kan in de zomer worden verkregen. Vooraf graven zorgt ervoor dat de knollen groot genoeg zijn. Uitgegraven jonge aardappelen moeten worden gekookt en geproefd. Als de groenten waterig en smaakloos zijn, kun je de knollen het beste een tijdje in de grond houden.

Oogsttijd afhankelijk van de variëteit

Aardappelrassen worden op basis van de rijpingsperiode in verschillende groepen verdeeld. Bij het planten moet u gezoneerde variëteiten kiezen die geschikt zijn om in een specifieke klimaatzone te groeien.

Aardappelen kunnen zijn:

• vroeg rijp - je kunt vroege aardappelen graven in 60 dagen vanaf het moment van planten;
• middenvroeg - de aardappelen worden ongeveer 70 dagen geoogst;
• middenrijping - aardappelen hebben 90 dagen nodig om te rijpen;
• medium laat - groenten zijn binnen 100 dagen klaar voor de oogst;
• late rijping - knollen hebben 110-120 dagen nodig om te rijpen.

Alle rassengroepen zijn geschikt voor teelt in centraal Rusland. Het planten van aardappelen in de regio Moskou en aangrenzende regio's gebeurt in het eerste decennium van mei en het gewas wordt geoogst van 20 augustus tot 15 september. In koude streken heeft het geen zin om laatrijpe soorten gewassen te planten, de aardappelen hebben geen tijd om volledig te rijpen.

Het is mogelijk om vroege aardappelsoorten niet eerder dan 35 dagen na het planten op voedsel te graven. Voor late rassen wordt de datum 1,5-2 weken vooruit geschoven.

Identificatie van tekenen van volwassenheid

Je moet niet alleen focussen op plantdata en kenmerken van het aardappelras.

Het rijpingsproces van knollen wordt bovendien beïnvloed door 5 factoren:

1. Bodemvruchtbaarheid. Hoe armer de grond, hoe sneller de aardappelen erin rijpen. Het volume van het gewas in de magere gronden zal echter aanzienlijk minder zijn.
2. Bodemstructuur. In dichte grond vormen zich kleine en misvormde knollen. De grond voor het planten van aardappelen moet los zijn.
3. Bewateringsmodus. In overgedroogde grond rijpen aardappelen in een versneld tempo, maar de knollen zelf zullen klein zijn.
4. Bevruchting. In deze kwestie moet een redelijk evenwicht worden gevonden. Overmatige voeding veroorzaakt een snelle groei van het bovengrondse deel ten koste van de vorming van knollen. Als de aanplant niet wordt bemest, zal de oogst waarschijnlijk niet bevallen.
5. Luchttemperatuur. Stengels en bladeren groeien het beste bij een temperatuur van 16-22 ° C, knollen hebben een indicator van 10-13 ° C nodig voor een normale ontwikkeling.

Zaailingen verschijnen 15-20 dagen na het planten. Aardappelen bloeien in nog eens 2-3 weken. Bloeitijden kunnen worden vertraagd als ze bij koud weer worden geplant. Bij lage temperaturen ontkiemen aardappelen niet direct. Als de aardappelen zijn uitgebloeid, begint het proces van knolvorming ondergronds.

Na de bloei verschijnen ronde bessen met zaden op de struiken. Zaadmateriaal kan worden gebruikt voor vermeerdering. Je kunt de eerste aardappelen voor de tafel rooien 2 weken nadat de aardappelen zijn verbleekt. Voor een test graven ze 2-3 struiken aan verschillende uiteinden van de site en onderzoeken ze de knollen.

De schil van aardappelen zal in deze periode nog dun zijn, let vooral op de grootte. Het gros van de knollen moet een diameter hebben van minimaal 5 cm. Als de aardappelen iets groter zijn dan erwten, moet je het rooien nog 1,5-2 weken uitstellen. Het snelst groeiende gewas rijpt in de zomerse hitte en droogte.

Tekenen van uiteindelijke volwassenheid zijn te zien in het uiterlijk van de planten en de grond rond de struiken:

• de toppen worden geel en worden lusteloos;
• de schil van de geëxtraheerde knollen wordt grof, de toestand ervan kan worden gecontroleerd door de aardappel moeiteloos met de vinger te wrijven;
• de grond bij de planten scheurt en stijgt.

Bovendien kunt u de aardappelen controleren op zetmeelgehalte, wat voldoende is in rijpe knollen. De aardappel wordt doormidden gesneden en er worden een paar druppels jodium op gedruppeld. Als de kleur van de groente bleekpaars wordt, kunnen de aardappelen worden geoogst voor langdurige opslag.

Vroege aardappelen oogsten

Het oogsten van vroege aardappelen gebeurt terwijl de toppen nog groen zijn en de knollen bedekt zijn met een delicate dunne schil. Eerder werd het bovengrondse deel gemaaid. Het is beter om jonge knollen met de hand uit de grond te plukken om ze niet per ongeluk te beschadigen.

Tijdens de bloeiperiode kun je groenten als voeding krijgen. Hiervoor worden de meest ontwikkelde planten geselecteerd. Naast de struik graven ze een kuil en voelen ze de knollen met hun hand. De grootste worden geplukt om als voedsel te worden gebruikt, en de kleintjes worden overgelaten om verder te groeien. Daarna wordt het gat weer bedekt met aarde. Tegelijkertijd kunt u topdressing maken in de vorm van houtas.

Daarna worden de planten geschud en bewaterd. Als je het goed doet, blijven de aardappelen zich ontwikkelen en verschijnen er geen tekenen van verwelking op de toppen. Omdat jonge aardappelen niet lang kunnen worden bewaard, worden ze niet tegelijkertijd geoogst, maar naar behoefte in de juiste hoeveelheid uitgegraven.

Een deel van het gewas kan opzij worden gezet om later te planten. Hiervoor worden knollen geselecteerd uit de meest ontwikkelde en gezonde struiken. Het plantmateriaal moet de juiste vorm hebben, zonder mechanische schade, en middelgroot. Het is onmogelijk om vroege aardappelrassen in de grond te overbelichten, anders zullen hun commerciële kwaliteiten afnemen en bovendien kunnen groenten worden beschadigd door Phytophthora.

De vroege aardappelen zijn in juli klaar met oogsten. In de zuidelijke regio's kun je aardappelen opnieuw op dezelfde plek planten, het heeft tijd om te rijpen voor de herfst. Gebruik voor het planten de toppen links van het gewas. Werk kan het beste op een bewolkte dag worden gedaan. Aardappelstelen worden in de grond begraven en goed bewaterd. Zomerbewoners van de middelste rijstrook kunnen na het verwijderen van aardappelen uit de tuin radijs, sla, kruiden en uien op een veer erna zaaien.

Late aardappelen oogsten

Het oogsten van late aardappelen in gematigde klimaten moet vóór 20 september gebeuren. Als u de timing niet verhoogt, kan dit leiden tot knollen barsten en hun vroege kieming in de toekomst. En de plotselinge vorst kan de oogst bederven. Ze beginnen met reinigen bij een luchttemperatuur niet hoger dan 17 ° C en niet lager dan 10 ° C. Kou veroorzaakt zwart worden van de knollen.

Voor het schoonmaken wordt gekozen voor een droge, heldere dag. Werk kan het beste overdag worden gedaan, 's ochtends is de lucht te koud. Experts raden aan om de aardappeltoppen een week voor het oogsten te maaien - deze landbouwtechniek helpt de schil dikker te maken en de knollen te beschermen tegen verschillende infecties.

Dit moet worden gedaan in het geval dat de oogsttijd is aangebroken en de toppen hun groene uiterlijk behouden en niet zullen verdorren. Het maaien van de stengels wordt ook uitgevoerd wanneer de cultuur plotseling door Phytophthora wordt getroffen. Aardappelen die in de grond blijven liggen, kunnen tot 3 weken worden bewaard zonder kwaliteitsverlies. Gedurende deze tijd zullen de knollen eindelijk kunnen rijpen.

In persoonlijke nevenpercelen kan de reinigingsmethode verschillen. Inwoners van de zomer kunnen een hooivork, een schop of een achterlooptrekker gebruiken. Na het oogsten worden de knollen niet uit de tuin verwijderd, maar 3-4 uur laten drogen. Op een zonnige dag worden de aardappelen tegelijkertijd behandeld met ultraviolet licht, wat zal bijdragen aan een betere bewaring.

Oogstvoorbereiding voor opslag

Na de oogst worden de knollen gesorteerd op maat en variëteit. Het is beter om de aardappelen onmiddellijk in aparte dozen te leggen:

• Een deel van het gewas wordt afgescheiden voor verdere aanplant.De zaadknollen moeten een gewicht hebben van 60-80 g en een vlak oppervlak zonder vlekken.
• Kleine groenten worden gebruikt voor veevoer.
• Beschadigde aardappelen worden geselecteerd voor koken met voorrang.
• Grote aardappelen moeten worden bewaard voor langdurige opslag.
• Zieke knollen worden buiten het terrein afgevoerd zodat pathogene bacteriën en virussen geen bedreiging vormen voor andere gekweekte planten.

Het te bewaren gewas wordt behandeld met een biologisch antischimmelmiddel ("Baktofit", "Fitosporin"). Vervolgens worden de aardappelen onder een schuur of in een goed geventileerde schuur overgebracht, waar de knollen in een dunne laag worden gelegd om ze te drogen. Enkele dagen later worden de aardappelen in containers (netten, dozen, zakken) geplaatst en opgeslagen.

Groenten worden het best bewaard in een kelder of kelder bij 2-4 ° C. Als een glazen balkon als opslag wordt gebruikt, worden de aardappelen daar in een bak met geïsoleerde wanden en een bodem geplaatst. Bij strenge vorst wordt de doos extra bedekt met een oude deken of andere isolatie.

Een keer per maand worden groenten uitgesorteerd en bedorven aardappelen uit de opslag gehaald. Zieke en rotte groenten kunnen nabijgelegen knollen snel infecteren. Het poten van aardappelen wordt onder dezelfde omstandigheden bewaard. Voor betrouwbaarheid kan het worden behandeld met chemische fungiciden, omdat het sowieso niet zal worden gebruikt om te koken.

De timing van het rooien van aardappelen wordt in ieder geval het best in acht genomen. Met de vroege extractie van knollen ontvangen zomerbewoners minder oogst. Overmatige blootstelling van aardappelen in de grond dreigt met smaakverlies, barsten, schade door vorst. Jonge aardappelen worden indien nodig verwijderd en 2 weken na de bloei in de struiken gegraven.